Foto: Dominique De Groen

14.08.2019

De zomer van ... Dominique De Groen

Voor vele mensen is de zomer synoniem van vakantie, terrasjes, reizen, … Zou dat voor dichters ook zo zijn of is de zomer voor hen net een druk seizoen met festivals en optredens? In de reeks “De zomer van …” vraagt Poëzie-Centraal tijdens de maand augustus een aantal dichters naar hun zomer-activiteiten.

Vandaag is het de beurt aan Dominique De Groen. Dominique debuteerde in 2017 met de bundel Shop Girl. Met deze bundel werd ze genomineerd voor de Poëziedebuutprijs aan Zee 2018 en de Lang Zullen We Lezen-trofee. Samen met Arno Van Vlierberghe is ze de drijvende kracht achter Marktcorruptie, een label voor makers en dichters. Ze publiceerde daarbij zelf onder meer het chapbook Bacterial Girl. In 2019 verscheen haar tweede bundel Sticky drama.

P-C: Is de zomer een drukke periode voor jou? Lees je voor op festivals of dobber je gewoon ergens rond in een roze plastic flamingo?

DDG: Het afgelopen jaar was voor mij enorm druk - té druk, hoewel het soms haast een statussymbool lijkt om te verdrinken in werk. Ik ben sowieso niet de meest stressbestendige persoon en heb veel nood aan slaap en downtime, waardoor ik eind juni, nadat de laatste deadlines gehaald waren, de laatste opdrachten ingediend, in elkaar gezakt ben als een pudding die alleen nog in staat was om door obscure Buffy The Vampire Slayer-fanfora te scrollen. Vorig jaar bevond ik me begin juli in precies dezelfde toestand, en was ik zodanig van mijn melk door stress en oververmoeidheid dat ik vergeten ben naar een van mijn eigen optredens te gaan, een lapsus waarvoor ik me nog steeds schaam. Deze zomer probeer ik het dus rustig aan te doen. Ik heb enkele keren opgetreden (op Dichters in de Prinsentuin in Groningen, op de Gentse Feesten en in 4AD in Diksmuide, allemaal zeer fijne en relaxte ervaringen), ik heb voor Notulen van het Onzichtbare een postkaartje volgeschreven met poëzie (dat kon er nog net af!) en moet binnenkort mijn laatste bijdrage indienen voor tijdschrift nY, waar ik dit jaar gastschrijver ben, maar al bij al is het een pak rustiger dan tijdens de rest van het jaar en kan ik mijn tijd nemen om wat te bekomen: tijd om te lezen, mijn vrienden vaker te zien, mijn beschamende verslaving aan Amerikaanse reality tv te voeden en, bovenal, te proberen leren om me niet schuldig te voelen over iedere seconde waarin ik niet ‘productief’ ben.

P-C: Heb je in de zomer ook nog tijd om te schrijven of gaat je poëtische brein even  op slot?

DDG: Tijdens het jaar kom ik er door de ratrace van deadlines vaak amper aan toe om aan mijn eigen schrijfprojecten te werken. De afgelopen maand heb ik daar gelukkig meer tijd voor kunnen maken. Naast nieuwe poëzie ben ik bezig aan een roman, wat een werk van lange adem is en waar bijvoorbeeld veel research inkruipt. In juli heb ik een lang hoofdstuk kunnen afwerken, wat me enorm blij maakt. Steeds weer merk ik dat het mij en mijn werk niet ten goede komt wanneer ik aan teveel dingen tegelijkertijd werk, wanneer ik eigen werk probeer te combineren met het schrijven van drie verschillende teksten in opdracht. Het liefst van al zou ik, mocht dat financieel gezien haalbaar zijn, ook in het jaar periodes van afzondering willen inbouwen, waarin de Gmail-inbox even op de achtergrond verdwijnt en ik me ongestoord op één ding kan concentreren: mijn eigen praktijk.

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in de reiskoffer?

DDG: Momenteel ben ik in Zuid-Frankrijk, kamperend op het terrein van de vriend van mijn moeder, die van hier is. Het is hier rustig en enigszins wild en afgelegen, waardoor ik veel tijd en stilte heb om te lezen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik zelf niet enorm veel poëzie lees: veel van mijn inspiratie put ik uit fictie en theorie. Zo ben ik momenteel bezig in Das Kapital van Marx en in Estates: An Intimate History van Lynsey Hanley, over Britse council estates (twee boeken die nogal afsteken tegen deze omgeving). Ik heb één poëziebundel bij, waarin ik nog niet begonnen ben maar die me veelbelovend lijkt: Kill Or Cure van Anne Waldman, een Amerikaanse dichter die links heeft met de Beat Poets en wiens werk doet denken aan dat van mijn absolute poëtische heldin, Diane di Prima. Hier in de buurt, in Avignon, is een fantastische tweedehands boekenwinkel met glorieuze poëzie- en filosofiesecties, waar ik ongetwijfeld ergens de komende dagen nog mijn slag zal slaan. 

Tags: Interview