Foto: Archief Poëziecentrum

08.05.2020

Haiku in Vlaanderen: Herman Van Rompuy - Europees President van de haiku

De haiku is een klassieke Japanse versvorm bestaande uit drie regels, de eerste met 5 lettergrepen, de tweede met 7 en de derde weer met 5 lettergrepen. Hoe exotisch dat op het eerste gezicht ook moge klinken, het genre van de haiku blijkt sinds een aantal decennia erg populair in Vlaanderen. Er verschijnen jaarlijks tientallen bundels, er zijn tal van haiku-kringen, er is een jaarlijkse haiku-dag, ...

Poëzie-Centraal vroeg zich af of het genre in Vlaanderen nog immer populair is, of er aflossing is van de wacht en of haiku’s altijd de natuur als onderwerp hebben. En die lettergrepen waar iedereen het over heeft, zijn die nog wel zo belangrijk?

In de voorbije afleveringen kwamen Ferre Denis (Haiku-centrum Vlaanderen), Bart Mesotten en Geert De Kockere aan het woord. Vandaag is het de beurt aan Herman Van Rompuy, voormalig Voorzitter van de Europese Raad en Belgisch premier. Hij is wellicht nationaal en internationaal de bekendste haiku-dichter uit ons taalgebied. Niet alleen poste hij regelmatig haiku's op zijn website, maar er verschenen ook twee volumes met haiku's van zijn hand bij uitgeverij PoëzieCentrum.

PC: Vanwaar komt uw fascinatie voor haiku?

HVR: Vele keren wordt mij de vraag gesteld hoe ik tot haiku kwam. Mijn antwoord is dat haiku tot mij kwam. Zoals vele ontmoetingen in het leven speelt de serendipiteit: men vindt iets dat men niet zoekt. Ik zit op een verjaardagsfeestje naast een norbertijnen pater die blijkt de vader van de haiku beweging in Vlaanderen te zijn. Bart Mesotten zond mij één van zijn dikke boeken op over die vorm van poëzie. Ik bedankte hem maar lees het pas jaren later. Blijkbaar was ik er toen rijp voor. Mijn partij was in oppositie en ik had meer tijd omdat feitelijk geen verantwoordelijkheden meer had. Ik had trouwens altijd een zekere afstandelijkheid bewaard ten opzichte van de politiek en dus mijn beroep. Ik zag een ballon huppelen op de kleine vijver in onze tuin en voelde mij geïnspireerd om er een vers in zeventien lettergrepen over te maken. Mijn haiku-vader vond het een geslaagde start en zo is de bal of de ballon aan het rollen gebracht.

P-C: Binnen de haiku-wereld zijn er twee strekkingen. De meer traditionele strekking die veel belang hecht aan de klassieke regels enerzijds en anderzijds een groep haiku-dichters die die regels wat vrijer interpreteren. Tot welke groep behoort u?

HVR: Ik ben een bekeerling tot haiku. Het zou vermetel zijn om dan te zeggen: ik ga even de regels wijzigen. Ik heb trouwens geen probleem met de zeventien lettergrepen. Soms brengt dat wat kunstmatig gewring mee met lettergrepen, maar dat heeft men ook voor wanneer men sonnetten schrijft. Door mij aan de klassieke vorm te houden heb ik ook het gevoel mij in te schrijven in een eeuwenoude traditie. Men kan altijd zeggen: ik trek mij niets aan van de zeventien syllabes en het hoeft niet over seizoenen of natuur te gaan. Dat is uw goed recht maar noem het dan geen haiku meer.

De haikudichter laat zich verrassen door wat gebeurt in zijn omgeving. Het gaat niet om zijn Ego. Het gaat om het andere buiten en boven hem. Haiku vraagt dus om een attitude van nederigheid. Hij is deel van een groter geheel waarvan hij de regels en het ritme niet heeft bepaald. Haiku poëzie is ook niet de allerindividueelste uitdrukking van de allerindividueelste emotie. De dichter is geen God in het diepst van zijn gedachten. In de klassieke haikupoëzie is het zelfs verboden van de woorden ‘ik’ en ‘mijn’ te gebruiken. Dat alles maakt dat haiku tegendraads is ver weg van de individualisering van de huidige beschaving.

P-C: Toen u premier en Europees president was, haalden de haiku’s die u op uw website publiceerde, geregeld de pers. Schrijft u  nu  nog altijd haiku’s en worden die op een of andere manier publiek gemaakt?

HVR: Ook toen ik een gewoon parlementslid was in oppositie dus voor 2007 haalden mijn verzen regelmatig de pers. Het begin van de commotie over mijn mogelijk voorzitterschap van de Europese Raad was een haiku! Ik las er ook een voor in Oslo de dag voor de uitreiking van de Nobelprijs voor de vrede aan de EU in 2012. In mijn aanvaardingsspeech heb ik er evenwel geen voorgelezen!

Op een gegeven ogenblik vreesde ik dat ik de geschiedenis zou ingaan als Haiku Herman in plaats van de eerste voorzitter van de Raad. Overal waar ik kwam werd ik voorgesteld als haikudichter. Het meest van al natuurlijk in Japan.

Ik blijf schrijven. Een deel van die productie vind je regelmatig op Facebook. Maar er zijn ook veel gelegenheidsverzen wanneer mensen mij dat vragen en dat gebeurt vaak. Grappig is ook dat sprekers die mij inleiden op het podium zich vaak aan een vers wagen waarop ik enthousiast knik. Haiku poëzie is ook poëzie. Velen vergeten dat. Het is niet zomaar de klassieke regels eerbiedigen, of nog erger zeventien lettergrepen neerschrijven over om het even wat. Het moet ook een gevoel van schoonheid meegeven. Je weet wel : ‘A thing of beauty is a joy for ever’ van Keats.

P-C: In 2015 werd u door Japan ‘benoemd’ tot ambassadeur van de haiku. Wat houdt dat precies in?

HVR: Na mijn mandaat als Voorzitter van de Europese Raad werd ik benoemd tot ‘internationaal haiku ambassadeur voor de EU-Japanse vriendschap’. Het diploma werd uitgereikt door de Japanse minister van buitenlandse zaken. De Japanse premier Abe ontving mij in mijn nieuwe hoedanigheid. Inmiddels werd die benoeming reeds tweemaal verlengd. Veel verplichtingen zijn daar niet aan verbonden. Ik help wel de International Haiku Association bij de promotie van haiku. Met dat doel was ik in 2016-2017-2018 in Japan en ontving ik er prijzen en onderscheidingen mee. Van een uit de hand gelopen hobby gesproken! Ik ben echter blij dat mijn publiek statuut haiku een onverwachte bekendheid heeft gegeven en zeker in onze landen uit de marginaliteit heeft gehaald.

P-C: Gelooft u in de toekomst van het genre bij ons in Vlaanderen? Ziet u aflossing van de wacht?

HVR: Ik ontmoette haiku dichters overal ter wereld. In vele scholen hier te lande wordt aan leerlingen gevraagd haikugedichten te schrijven. Recentelijk jureerde ik verzen naar aanleiding van een haiku wedstrijd. Ik zou zelfs durven zeggen dat haiku in de lift zit. Ik hoop dat het ook met poëzie in het algemeen zo is. Hoewel onze wereld pijnlijk rationeel is georganiseerd, is er bij velen een verlangen naar poëzie of naar het poëtische.

P-C: Heeft de huidige gezondheidscrisis of een daaraan verbonden aspect u al geïnspireerd tot het schrijven van een haiku?

HVR: De corona tijd is voor een aantal onder ons, ook een tijd van meer stilte en dus van meer kans op poëzie. Eén dag na de lockdown op 15 maart schreef ik:

Corona stilte
Verdringt het minst dringende
Een tijd voor inkeer

Tags: Interview, Reeks 'Haiku in Vlaanderen'