Foto: Archief auteur

20.04.2020

Aanstekelijke hoop: de lockdown van ... Yerna Van den Driessche

[...]
Ik ben besmet met poëzie.
Onder mijn vingers broeit een lichte koorts,
waarmee ik je graag aan wil steken,
zo, met liefkozende lippen.

uit 'Een aanstekelijke hoop' - Carl Norac, 2e gedicht Dichter des Vaderlands
Vertaling: Katelijne De Vuyst

De Corona-crisis stelt ons als maatschappij en als individu voor grote uitdagingen: Hoe organiseer ik mijn thuiswerk? Wat als ik economisch werkloos word? Hoe zorg ik voor een zinvolle tijdsbesteding voor mijn kinderen? Wat met vrienden en familieleden, ...

Ook dichters zijn mensen wier leven in een nieuwe realiteit is terecht gekomen. Wij vroegen een aantal van hen hoe zij dit alles ervaren. Aanstekelijke hoop wordt een serie met elke werkdag een aflevering. Een kort gesprek over de al dan niet poëtische werkelijkheid van vandaag.

Vandaag geeft Yerna Van den Driessche een inkijkje in haar Corona-lockdown. Yerna debuteerde in 2009 met de bundel Reconstructie bij Uitgeverij P. In 2012 volgde de bundel Mendeljevkoorts, in 2016 Schaken met de dood. Haar gedichten werden al meermaals bekroond met onder meer de Prijs van de Stad Harelbeke , de Guido Wulms-Prijs, de Concept poëzieprijs en  de Poëzieprijs van Stad Izegem.

P-C: Als je naast schrijven nog andere (beroeps)activiteiten hebt, dan moet je die wellicht nu reorganiseren. Welke impact heeft de huidige situatie op jouw werk?

YVDD: Ik ben gepensioneerd. Het is algemeen gekend dat gepensioneerden het alsmaar drukker hebben. Als moeder en grootmoeder van 2 kinderen en 7 kleinkinderen waarvan 4 van mijn partner draag ik graag mijn steentje bij als men beroep op mij doet. Ik houd ervan met kinderen creatief bezig te zijn. Ook mijn 91 jarige moeder vraagt aandacht. Onderhoud van huis en tuin nemen veel tijd in beslag. Er zijn dagen dat ik er niet toe kom om een letter op papier te zetten. Dat zijn baaldagen. Hoezeer ik ook van die dag genoten heb kan ik mij daar achteraf slecht bij voelen. Ieder jaar ga ik in maart een maand naar zee om te schrijven.  Ook dit jaar. Alleen werd mijn zelfgekozen afzondering een lock down. Aan zee heb ik geen internet, ook heb ik geen smartphone. Wegens Corona was de BIB gesloten waardoor ik niets meer kon opzoeken. Eenmaal terug thuis was het opnieuw aanpassen.

P-C: Heb je nu meer tijd om te schrijven? Heeft de Corona-crisis jou al geïnspireerd tot een gedicht of denk je dat dat in de toekomst nog wel het geval zal zijn?

YVDD: Ja, Ik heb nu meer tijd om te schrijven. Gezien alle sociale contacten zijn weggevallen beleef ik de dagen anders, trager. Ik kan langer de krant lezen, genieten van een stukje muziek, een boek lezen zonder het gevoel te hebben dat ik mijn tijd verdoe. Tijdens mijn jeugd was het lezen van een boek tijdverspilling. Ik deed het dan ook stiekem.

En ja de corona-crisis heeft mij geïnspireerd tot het schrijven van een gedicht. Op paaszondag, in de vroege avond, is een vriend van ons overleden. Die zondag was ik in de tuin een hart aan het leggen met de afgevallen bloemen van de Camelia en dit ter nagedachtenis van de vele coronadoden. ’s Avonds hebben we dan vernomen dat een vriend gestorven was. Dat heeft mij toen zeer aangegrepen. Ik ben meteen aan een gedicht begonnen dat ik opgedragen heb aan Johan maar tevens aan de vele coronadoden.

Elke dag groeit het hart.
Vele bloemen beginnen reeds te verwelken maar zolang er bloemen blijven afvallen,
zolang er nog een bloem aan de boom hangt zal het hart blijven groeien. 

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in Corona-quarantaine?

YVDD: Momenteel ben ik Het continent van de gave van Abdellatif Laâbi aan het lezen. Een vertaling door Bart Vonck en uitgegeven door Uitgeverij P. Ik heb het boek vorig jaar aangekocht tijdens de  ‘Foire du livre’ waar Bart Vonck te gast was. Op de flap staat o.a. 'ik schrijf omdat ik niets anders kan en omdat ik niet anders kan handelen'. Een dwang waar ik mij kan in herkennen. Abdellatif Laâbi is een sociaal en politiek geëngageerd dichter die 9 jaar in de gevangenis heeft gezeten. Hij stelt zichzelf voortdurend in vraag en schuwt geen nieuwe vormen. Ik houd van dichters die experimenteren met woord en vorm omdat ze schrijven, omdat ze niet anders kunnen.

De keuze van de gedichten, de vertaling en het nawoord van Bart Vonck zijn een openbaring voor elke poëzielezer die van geëngageerde poëzie houdt en van poëzie die ontregelt.

Tags: Interview, Lockdown-serie, Uitgeverijen